Door: Middelburg.
Het kabinet en de sociale partners zijn er uit: op 11 april is een sociaal akkoord bereikt waarbij de oorspronkelijke arbeidsmarktparagraaf uit het Regeerakkoord behoorlijk is gewijzigd.
Voor de uitvoering van het nieuwe beleid wordt meer tijd uitgetrokken dan in het Regeerakkoord. Zo gaat de invoering van het stelsel voor mensen met een arbeidsbeperking pas in 2015 in en de hervorming van de WW en het ontslagrecht in 2016.
Wij zetten de belangrijkste veranderingen voor u op een rij:
Ontslag
- Voor bedrijfseconomisch ontslag en ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid verloopt het ontslag via een procedure bij het UWV.
- Voor (andere) in de persoon gelegen redenen en bij een verstoorde arbeidsverhouding is er de ontbindingsroute bij de kantonrechter.
- De hierboven beschreven ontslagroutes kunnen worden vervangen door een procedure bij een krachtens de cao ingestelde sectorcommissie.
- Als het UWV een negatief besluit neemt over de ontslagaanvrage door de werkgever kan deze de kantonrechter om ontbinding verzoeken. De kantonrechter toetst aan dezelfde criteria als het UWV.
- Als het UWV een positief besluit neemt over de ontslagaanvrage door de werkgever kan de werknemer de kantonrechter verzoeken om herstel van de arbeidsovereenkomst.
- Van de beslissingen van de kantonrechter is hoger beroep en cassatie mogelijk.
- De opzegtermijnen blijven ongewijzigd.
- Bij cao kan van het afspiegelingsbeginsel worden afgeweken.
Bovenstaande maatregelen gaan in per 1 januari 2016.
Ontslagvergoeding wordt transitievergoeding
- De transitievergoeding vervangt grotendeels de bestaande ontslagvergoeding en dient ervoor om de arbeidsmarktpositie van de ontslagen werknemers te verbeteren. Het is de bedoeling dat de vergoeding voor dit doel wordt aangewend: van werk naar werk. De vergoeding is bedoeld voor vaste en tijdelijke werknemers die in totaal twee jaar of langer voor een werkgever hebben gewerkt.
- De transitievergoeding bedraagt een derde van het maandsalaris per dienstjaar over de eerste tien dienstjaren en vanaf het elfde dienstjaar een half maandsalaris per dienstjaar. Het maximum van de transitievergoeding is 75.000 euro of maximaal een jaarsalaris als dat hoger is.
- Voor werknemers van 50 jaar en ouder is er een gunstiger overgangsregeling: voor deze categorie is er tot 2020 een overgangsrecht waarbij de transitievergoeding voor 50-plussers met 10 dienstjaren wordt gesteld op één maandsalaris per dienstjaar boven “de vijftig”, met een uitzondering voor MKB-bedrijven met minder dan 25 werknemers.
- De kantonrechter kan een hogere of lagere transitievergoeding toekennen. Dit kan uitsluitend bij ernstige verwijtbaarheid of als de situatie geheel of voor het grootste deel te wijten is aan de een of de andere partij. Aan een hogere transitievergoeding is geen maximale grens gesteld.
Alle transitievergoedingmaatregelen gaan in per 1 januari 2016.
Arbeidsgehandicapten
- Er komen 35 werkbedrijven waarin vakbonden, gemeenten en werkgevers gaan samenwerken om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen, en dan met name de Wajongers en mensen in de sociale werkplaatsen. Dit ter vervanging van de strikte invoering van een quotum waarbij bedrijven en overheden moesten voldoen aan vijf procent gehandicapten in hun personeelsbestand. Werkgevers hebben nu toegezegd de komende jaren voor de groep banen te creëren, oplopend met tienduizend per jaar in 2020. De verplichte quotering komt wel in de wet, maar wordt pas ingevoerd als de werkgevers niet aan hun beloftes voldoen. Dat wordt bekeken in 2017.
Bovenstaande maatregel gaat in op 1 januari 2015.
Flexibilisering arbeidsmarkt
- De “doorgeschoten” flexibilisering van de arbeidsmarkt, waar FNV eerder deze week alarm over sloeg, wordt gecorrigeerd. Schijnconstructies met buitenlandse werknemers worden verboden. Het aantal tijdelijke contracten wordt beperkt en er komt een verbod op een nul urencontract in de zorg.
- De “ketenregeling” wordt aangepast: bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die elkaar binnen een periode van 6 maanden (nu 3) opvolgen ontstaat bij het 4e contract of na 2 jaar (nu 3) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
- Bij cao kan alleen nog worden afgeweken van de ketenregeling (maar niet van de periode van 6 maanden), als het werken met tijdelijke contracten gegeven de aard van het werk noodzakelijk is, waarbij het aantal contracten ten hoogste kan worden gesteld op zes in een periode van 4 jaar.
De bovenstaande flexibiliserings maatregelen gaan in op 1 januari 2016.
Duur WW
- De maximale WW-duur wordt op drie jaar gehouden door het laatste jaar te laten betalen door werknemers en werkgevers, via de cao’s.
Bovenstaande maatregel gaat in op 1 januari 2016.
Tot slot:
Het kabinet heeft toegezegd nog geen besluit te nemen over de bezuinigingen om het begrotingstekort in 2014 onder de drie procent te krijgen. Pas in het najaar wordt de situatie opnieuw bekeken en wordt hierover een besluit genomen. De extra bezuinigingen om de begroting van volgend jaar op orde te krijgen, zijn dus voorlopig van tafel. Het kabinet hoopt op economisch herstel.
Het is inmiddels wel duidelijk dat de sociale partners hier niet op een lijn zitten.